door bettina.noij 19 sep., 2019
Helaas kunnen ook kinderen last hebben van stress. Hoe je als ouder je kind hierbij kunt helpen, lees in je het volgende artikel (bron: Psychogoed) https://psychogoed.nl/leer-je-kind-omgaan-met-stress-8-tips/
30 aug., 2019
Buikpijn en misselijk, wat nu? Kinderen met voortdurend buikpijn of misselijkheid terwijl er lichamelijk niets aan de hand is. Een sessie over dit onderwerp neem echter altijd een verrassende wending met grote positieve gevolgen. Je kunt je voorstellen hoe moeilijk dit is wanneer je kind de dag nog moet beginnen en zich zo ellendig voelt en er is niets aanwijsbaar mis met het kind. Wat gebeurt er met kinderen met buikpijn Mijn ervaring heeft me geleerd dat kinderen met buikpijn zich echt heel naar voelen. Ze hebben geen last van aanstelleritis zoals veel ouders, leerkrachten en omstanders denken. Vaak is het echter wel zo dat deze kinderen en pubers zich gespannen voelen en ergens tegen op zien. Ze voelen vaak onmacht om met een situatie om te gaan die voor hen in de dag of avond ligt. Omdat ze zich dit niet bewust zijn, weten ze ook niet dat ze eigenlijk gewoon (faal)angstig zijn. Deze angst vertaalt zich letterlijk in hun lijf en zorgt ervoor dat ze gaan zeggen dat ze niet naar school kunnen gaan. Hier ontstaat vaak een soort van vicieuze cirkel in gedrag met ouders die enerzijds pushen en duwen om naar school te gaan en anderzijds ook meegaan in de vermijding. Extra spanning bij ouders en kind is het gevolg waardoor kinderen regelmatig uiteindelijk zonder eten vertrekken en ouders en kind zich beide akelig voelen. De volgende dag gaat het vaak precies hetzelfde. Wat te doen? Wanneer ik met het kind en de ouders in gesprek ga, ontdekken we eerst wat het kind zou mogen leren zodat alles wat gemakkelijker wordt. Ieder kind en ouders noemen hier verschillende zaken. Meestal zeggen ze aller eerst dat ze geen buikpijn meer willen hebben of niet meer boos naar school willen gaan of niet meer huilen ‘s ochtends. Deze negatieve formuleringen helpen niet en ik vraag dan altijd wat ze wél willen. Want het is makkelijker om iets bij te leren dan iets af te leren. We komen dan op leerdoelen zoals bijvoorbeeld ‘s ochtends blij naar school gaan, leren omgaan met stress, ontbijt nemen, lijstjes maken zodat alles mee naar school gaat enz. Vervolgens vraag ik hoe vaak het gelukt is om met buikpijn en misselijk zijn naar school te gaan, of naar vriendjes of naar sport of muziek. En dan blijkt het gros van de kinderen en de pubers uiteindelijk altijd gewoon te doen wat ze moeten doen. Ik vraag dan wanneer de buikpijn en/of de misselijkheid over is. Bij de meeste kinderen is dit al op het schoolplein en bij pubers in de eerste pauze. Met deze cruciale informatie gaan we verder…. Buikpijn hoort bij jou !!!! Wanneer kind of puber en hun ouders mij vertellen dat ze met buikpijn en misselijkheid toch aan hun taak beginnen, reageer ik verbaasd. Want hoe kan het dat je niet terug onder de wol kruipt? Wat maakt dat je doorgaat? Ik krijg dan altijd antwoord in de strekking van dat dingen nu eenmaal moeten. En dat klopt. Enn……. als jij al heel lang, soms jaren lang naar school gaat met buikpijn ben jij dus een enorme doorzetter en volhouder. Wanneer ik dit benoem, krijg ik eerst verbaasde blikken en de neiging tot ontkenning want buikpijn is toch zwak? Als je echter in staat bent om toch te doen wat er moet gebeuren, ben je op zijn minst iemand die pijn en ongemak kan verduren en ook nog kan functioneren. Voorwaar geen kattenpis. Voor het gemak gaan we er eerst even van uit dat de buikpijn een goede reden heeft om er te zijn en daarom stel ik dat de buikpijn héél belangrijk is en mogelijk gewoon bij je hoort. En wat je kunt leren is dat je de buikpijn gaat leren waarderen als een soort alarmsignaal, een soort belletje van je buik, dat er iets belangrijks is vandaag. Misschien is je buikpijn als alarmsignaal een stuk vriendelijker voor je dan als iets wanhopigs wat het tot dusver was. Hoe nu verder…. de angst onder ogen zien.. Als we overeengekomen zijn dat de buikpijn en/of misselijkheid eigenlijk heel belangrijk voor je zijn en je daar vriendelijker mee om kan gaan, kunnen we onderzoeken hoe je ermee om leert gaan om je doelen te halen. Allereerst brengen we de patronen in kaart. Wie reageert op wie en wat helpt wel en wat helpt niet. We maken dan nieuwe afspraken tussen ouders en kinderen zodat ouders kunnen ondersteunen. Daarna onderzoeken we wat de buikpijn eigenlijk wil vertellen. Waar ben je bang voor en wat is de winst als je zou toegeven aan je buikpijn en gaat vermijden. Bij de meeste kinderen komt hier de aap uit de mouw. Die aap heet: Moeite hebben met veranderingen en nieuwe situaties. Die leveren zoveel stress op en zoveel angst omdat het kind meestal niet weet hoe het om moet gaan met nieuwe mensen en situaties. Angst voor falen en black-outs voor toetsen en wedstrijden komt nu ook naar voren. Omdat we in het begin van de sessie al geconcludeerd hadden dat het kind een doorzetter is, kan ik nu oogsten en een heel aantal geleerde vaardigheden noteren die het kind bezit voor dit soort situaties. Immers tegen de tijd dat het kind 10 is of zelfs 15, heeft het ontelbare nieuwe situaties en mensen meegemaakt. En die gaan we allemaal opnoemen, net zolang tot het spreekwoordelijke kwartje valt. En dat kwartje heet: ‘Hé, ik kan veel meer dan ik dacht’. Voor de volledigheid maken we nog het 5-G schema en de taart met rood en groen voor de toekomstige situaties. Inmiddels is het begrip er goed ingesleten en zit er vrijwel altijd een kind of puber met meer zelfvertrouwen tegenover me dan een uur daarvoor. En morgen als er buikpijn is….. Tot slot bespreken we nog wat het kind en zijn ouders morgen, volgende week of volgende maand gaan doen als de buikpijn of misselijkheid weer zijn alarmsignaal afgeeft. Hoe blij zal je zijn dat je lichaam je een seintje geeft dat er iets belangrijks voor je ligt en waar je even over na kunt denken of je die ervaring al eens hebt opgedaan. Hoe kun je de ervaring uit het verleden nu inzetten voor de dag of situatie die voor je ligt. Met of zonder buikpijn want dat is nu niet zo belangrijk meer……. Geplaatst op 21 augustus 2016 door Tea Adema
22 aug., 2019
Oplossingsgericht Opvoeden geeft een andere kijk op opvoeden. In plaats van steeds weer na te denken en te praten over wat er mis gaat en waarom, kijk je juist naar mogelijkheden. Waar ben je al tevreden over en hoe kun je dat uitbreiden? Het oplossingsgericht werken komt oorspronkelijk uit de psychotherapie. Tegenwoordig wordt het ook vaak gebruikt in het onderwijs, bij coaching en in het bedrijfsleven, omdat het zo goed werkt. En nu ook bij opvoeden! 1. Kijk naar mogelijkheden en uitzonderingen Opvoeden is steeds weer zoeken naar wat werkt. We willen het graag goed doen. Een goede vader of moeder zijn voor onze kinderen. Juist hierdoor kan je erg gefocust zijn op wat er minder goed gaat. Dat lijkt tegenstrijdig, maar het is een menselijke eigenschap om te kijken naar wat niet goed gaat. Omdat je last hebt van deze dingen die niet goed gaan. Alleen helpt dat vaak niet. Als je oplossingsgericht opvoed kijkt je juist naar wat wel goed gaat. En je let op uitzonderingen, de situaties waarin het plotseling ineens wel goed gaat. Door te letten op momenten die goed gaan, ontstaat er meer energie en creativiteit. Maak daarbij ook gebruik van jouw mogelijkheden als opvoeder. Je richt je op krachten en sterke kanten. Wat zijn jouw krachten? En die van je zoon of dochter? Wees bewust van jullie krachten en zet ze in waar je kan. En door goede complimenten te geven kun je de krachten versterken. Het geven van complimenten maken ook een belangrijk deel uit van oplossingsgericht opvoeden. De manier waarop je een compliment geeft maakt het verschil. Bekrachtig bijvoorbeeld niet het resultaat (‘wat een mooie tekening’), maar het proces (“Wauw, hoe heb je dat voor elkaar gekregen?”), zie ook dit artikel over hoe je een goed compliment kan geven. Oplossingsericht opvoeden Doen en denken in mogelijkheden 2. Aandacht voor gevoelens Emoties spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen. Ze bepalen voor een groot deel hoe kinderen zich gedragen. Er bestaat dus een link tussen gedrag en gevoel. We willen vaak dat kinderen zich anders gedragen, maar daarvoor moeten we eerst aandacht hebben voor de emoties. Als we emoties zien en er goed mee omgaan, dan verandert gedrag vaak vanzelf. Een oplossingsgerichte opvoeder zal emoties niet ontkennen of negeren. Ook je eigen gevoelens niet. Je mag best een keer boos zijn of kortaf reageren. Het gaat erom dat je gevoelens erkent. Door je kind serieus te nemen en te erkennen, voelen ze zich begrepen en prettiger. Erkennen van gevoelens kan door aandacht te geven aan het gevoel van je kind. Benoem het gevoel en luister er naar. Dit kan door middel van non-verbale signalen, maar ook door wat je zegt. Bijvoorbeeld door bijna letterlijk te herhalen wat je kind zegt of door het stellen van oplossingsgerichte vragen. Wil je meer lezen over hoe je kan omgaan met de emoties van je kind, lees het artikel Omgaan met Emoties van Kinderen. 3. Jij bent de expert Er worden vaak veel adviezen gegeven over opvoeden. Maar wat voor de één werkt, werkt niet automatisch voor de ander. Elk gezin, elk kind en elke ouder is anders. In het oplossingsgericht denken gaan we ervan uit dat jij als ouder het beste weet wat goed is voor jouw kinderen. Jij kent je kinderen door en door. Jij bent bij alle belangrijke momenten geweest en brengt het meeste tijd met ze door. Daarnaast is het ook belangrijk dat oplossingen en adviezen bij jou, als vader of moeder, passen. Als iets bij je past dan werkt het beter. 4. Doe meer van wat werkt Door goed na te denken over wat werkt in jouw gezin, vind je vaak veel sleutels voor oplossingen. Oplossingen voor dingen die je anders zou willen in jullie gezin. Mensen houden alleen wel van gewoontes. Mensen zijn gewoontedieren. We doen vaak dingen op dezelfde manier. Er ontstaan gewoontes, of ze nu werken of niet. Door goed na te denken over wat bij jullie werkt, vind je makkelijker sleutels voor oplossingen. Oplossingen voor dingen die je anders zou willen in jullie gezin. En als je bewust bent van wat werkt, dan kan je hier meer van doen. Word je dus bewust van wat wel werkt en wat niet werkt bij jouw kind. Stop met wat niet werkt en doe meer van wat wel werkt! 5. Als iets niet werkt, doe iets anders Werkt het niet wat je steeds doet? Doe dan eens iets compleets anders.Wees creatief, bedenk iets wat je kind nooit zou verwachten. Dat is het meest effectief. Leg een briefje onder het kussen, in de tas of in de broodtrommel van je kind, waarop je schrijft dat je van hem of haar houdt en wat je fijn zou vinden als hij of zij zou doen. Of geef spontaan een knuffel in plaats van weer te verzanden in een discussie. Ga op de grond liggen of doe iets anders geks. Wees verrassend, daar houden kinderen van! Als je van deze 5 basisprincipes uit gaat dan wordt opvoeden (nog) leuker. Je kan meer genieten van je kinderen en je gezin. Door oplossingsgericht opvoed te voeden ontstaat er meer positiviteit. Bron: Psychogoed
20 jun., 2019
Kinderen die op de basisschool goed mee kunnen komen, naar een havo/vwo brugklas gaan en er daar (of soms veel later) tot de ontdekking komen dat ze nooit geleerd hebben om te leren omdat een paar keer overkijken van de lesstof wel voldoende was. Tijdens de training Ik Leer Leren leert een kind hoe hij/zij het beste leert, wat het beste bij haar/zijn persoonlijkheid maar ook bij zijn tijdsbesteding past én krijgt het daarmee zélf de verantwoordelijkheid voor het leerproces. Vanaf september kan je kind zich bij mijn Praktijk KIDS & COaching aanmelden voor de training Ik Leer Leren. (Met dank aan Kindercoachpraktijk Zichtbaar-Kind) Klik hier om naar het artikel te gaan
Share by: